AKKOORDEN OPBOUW
Een akkoord wordt opgebouwd uit grondtoon + terts + kwint + eventueel een septiem toon.
De akkoordenwijzer laat deze 4 tonen zien. De linkse pijl geeft de grondtoon van het akkoord. Pijl 3 geeft de terts aan. Pijl 5 de kwint en pijl 7 de kleine septiem.
Elke tussenliggend maatstreepje is een halve toon.
Aan de linkerkant staan verticaal 4 typen akkoorden vermeld:
terts, als tweede toon van het akkoord – pijl 1-3-5
Grote septiem of majeur septiem – pijl 7^
Kleine septiem of dominant septiem – pijl b7
Verminderd septiem – pijl bb7
Mineur en majeur akkoorden
Het verschil tussen een majeur en een mineur akkoord is de terts – zie pijl 3. Een majeur akkoord heeft een grote terts (3) en een mineur akkoord een kleine terts (b3). De kleine terts is een halve toon lager. Bij mineur zie je dat de pijl een vakje verschoven is naar links van pijl 3.
Voor sus akkoorden volg je de SUS 2 of SUS 4 maatstreepjes.
De sus 2 of sus 4 vervangt dan de terts (3).
Voor none akkoorden volg je pijl 9.
In de akkoordnotatie wordt een kleine septiem geschreven als 7.
Bijvoorbeeld G7 (dominant septiem) – zie AKKOORDNOTATIE.
De verschillen in akkoorden ontstaan dus o.a. door de terts, kwint of septiem een halve toon te verlagen of te verhogen.
Hierdoor ontstaan veel mogelijke akkoordcombinaties – zie ER BESTAAN VEEL AKKOORDEN.
De naamgeving van de akkoordtonen
Welke enharmonische toon kies je?
In sommige vakjes zie je steeds 2 namen boven elkaar staan.
Welke naam kies je dan……kruis of mol?
Antwoord: dit is afhankelijk van de majeur toonladderopbouw.
Bouw dus eerst een majeurtoonladder op met als tonica de grondtoon van het akkoord. De namen van die toonladdertonen worden dan ook toegepast in het akkoord. Het gaat daarbij om de naam van de terts,kwint en septiem. Betreft het bijvoorbeeld een
mineur akkoord dan krijgt de terts een mol ( b3) . Betreft het een Augm akkoord dan krijgt de kwint een kruis.(#5). Betreft het een dominant septiem dan krijgt de septiem een mol (b7)
De namen van de losse tonen van een akkoord zijn dus altijd afgeleid van de majeur toonladder. Namelijk de grote terts, reine kwint en grote septiem van de majeurladder. Het aflezen van een majeur toonladder staat beschreven in het hoofdstuk Toonladders.
Het principe berust op het volgen van het Majeurpatroon
2-2-1-2-2-2-1, waarbij de cijfers het aantal halve tonen verschil aangeeft dat zich tussen de majeurtonen bevindt: Do,Re,Mi Fa,Sol,La,Ti,Do of in intervallen: prime,secunde, terts, kwart, kwint, sex, septiem, octaaf.
Voorbeeld 1
Bij een C maj akkoord is de terts een E en de grote septiem een B. Deze namen van het majeur akkoord worden als basis genomen bij ander akkoorden. Indien het C akkoord niet majeur is maar mineur dan heet de terts nog steeds een E maar dan verminderd, namelijk
Eb (dus niet D# !).
De grote septiem 7^ was een B, dus bij een Cm7 akkoord is de kleine septiem een Bb (dus niet A#).
Extra toelichting
In het volgende voorbeeld moet wel voor een D# gekozen worden.
Voorbeeld 2 – B majeur akkoord
Lees af: B, D# en F#.
Bij een B akkoord is de terts (3) een D# en niet een Eb.
De kwint (5) is een F# en niet een G mol. Dit kun je weten door eerst de tonen van de toonladder B majeur te bepalen. Toon Eb mol behoord niet tot B majeur. De toonladder van B maj lees je af in halfronde cirkels – zie hoofdstuk Toonladders, voorbeeld 2 ‘Majeur ladder aflezen‘.
Zelf laddereigen akkoorden zoeken als oefening
Gebruik de akkoordenwijzer en probeer een laddereigen akkoord te bouwen met Tonica + terts + kwint. (1, 3, en 5) behorend tot de C majeur toonladder. De C majeur ladder bezit de volgende tonen: C, D, E, F, G, A, B en C.
Voorbeeld – welk D akkoord is laddereigen in de C majeur ladder?
Antwoord: D mineur.
Tonica 1 | Kleine terts b3 | Kwint 5 | |
D akkoord | D | F | A |
Je ziet hier dat een kleine terts (F) gekozen is. De grote terts is een F# en hoort niet tot de C majeur ladder omdat alleen de laddereigen tonen gebruikt mogen worden.
Voor het D akkoord moet hier de terts verlaagd worden van F# naar F zodat een mineur akkoord ontstaat.
In de C majeur ladder hoort dus geen D majeur, maar een D mineur akkoord als laddereigen akkoord.
Laddereigen akkoorden voor de majeur toonladder
In principe kan je deze oefening uitvoeren voor elk toontrap van de majeur ladder. Het blijkt dan dat er altijd 3 majeur akkoorden, 3 mineur akkoorden en 1 Dim akkoord ontstaan, die samengesteld kunnen worden met laddereigen tonen en die bij de majeur toonladder horen.
Bij de septiem akkoorden zie je vervolgens dat het Dominant- akkoord op trap V altijd een kleine septiem bezit die laddereigen is. Verder hebben de Tonica en Sub Dominant altijd een grote laddereigen septiem.
Laddereigen akkoorden worden ook wel diatonische akkoorden genoemd. Diatonische wil zeggen dat het tonen zijn van de eigen toonladder. Dus geen vreemde tonen. Vreemde tonen in een akkoord worden iteraties genoemd.
Een Diatonische instrument bezit dus maar 7 verschillende tonen, namelijk de toonladder tonen.